e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nek nek: nɛk (Opoeteren) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
nemen, pakken pakken: pakken (Opoeteren), pakə (Opoeteren) nemen [ZND 25 (1937)] || pakken [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
nest nest: nöst (Opoeteren) vogelnest III-4-1
nestverlater steg: stègk (Opoeteren), ze zeen stèk (Opoeteren) beginnend uit te vliegen || jonge vogel in staat uit te vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
nicht nicht: nicht (Opoeteren) nicht; de kinderen van een oom of tante [ZND 11 (1925)] III-2-2
nier nier: ner (Opoeteren) een nier [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
niet drachtig leeg: lē̜x (Opoeteren) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
niet lekker vinden niet hoeven: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  hōv (Opoeteren) lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)] III-2-3
nietsnut luizenkloot: Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe  lûzekluut (Opoeteren), luizenkramer: Letterlijk  lûzekriêmer (Opoeteren) (marktkramer) van niks || vent van niks III-1-4
nieuwjaar nieuwjaar: noejaor (Opoeteren) 1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)] III-3-2