e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rafel bies: WNT: bies (II), 2) Aan kleedingstukken, ook aan schoenen. Een smal boordsel of opnaaisel, htzij voor de stevigheid of als versiersel. Van Dale: I. bies, 4) smal boordsel, opgenaaide reep op kledingstuk, m.n. op een broeknaad; - 5) smalle, rechte versieringslijn.  biəzen (Opoeteren), franjel: fraanjelen (Opoeteren, ... ) Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)] III-1-3
rails poutrelles (fr.): petrels (Opoeteren), rails (<eng.): rels (Opoeteren), richels: ch uitgesproken tussen k en g  richels (Opoeteren), spoor: spuur (Opoeteren) rails [ZND 41 (1943)] III-3-1
rammelaar konijnsrekel: kni-jnsrèkel (Opoeteren), rammelaar: ook haas  remmelèèr (Opoeteren), rekel: rēͅkəl (Opoeteren) konijn, mannetje || rammelaar, mannetje konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1
rammenas rammenas: ramenas (Opoeteren) [ZND 41 (1943)] I-7
ranzig garstig: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  garstig (Opoeteren) garstig [ZND 23 (1937)] III-2-3
rapen rapen: rā.pǝ (Opoeteren) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rat rat: rat (Opoeteren) rat [ZND A1 (1940sq)] III-4-2
ratel van witte donderdag klipklap: klip klap (Opoeteren) De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)] III-3-3
rauw rauw: raw vleisch (Opoeteren), ruiw vleis (Opoeteren) Rauw vlees. [ZND 41 (1943)] III-2-3
ravotten ramvotsen: [sic]  ramvoetsen (Opoeteren), ravotsen: ravoetsen (Opoeteren), riskeien: [sic]  reskeeën (Opoeteren) Hoe zeg je: de jongens ravotten (luidruchtig, wild stoeien, spelen)? [ZND 41 (1943)] III-3-2