e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goede week goede week: gooj weik (Opoeteren) De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)] III-3-3
goedheid goedigheid: Det minske is de gotigheid in persuun  gotigheid (Opoeteren), ook materiaal znd 24, 20  gootigheid (Opoeteren) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: d es gooijekuiep (Opoeteren) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoopste: betse kui[e}pste (Opoeteren) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoper beterkoop: bèterkuiep (Opoeteren) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak bluts: Mersi-j, de bös nûw ins echt ein gooj bluts Syn. dimpel  bluts (Opoeteren), flabbes: flabbes (Opoeteren), goede zak: ein gooi zak (Opoeteren), goede ziel: gooi ziêl (Opoeteren), lobbes: Syn. flabbes, ein gooiziêl, ein gooi zok...  löbbes (Opoeteren), snul: ook materiaal znd 24, 22  snîl (Opoeteren) goedaardige sul || goedzak [ZND 01 (1922)] || goedzakkig mens III-1-4
gooien gooien: goeejen (Opoeteren), smijten: smieten (Opoeteren) niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)] III-1-2
goudhaantje bospiepertje: bospieperke (Opoeteren) goudhaantje III-4-1
graaf graaf: Ein graaf (Opoeteren), Eine graaf (Opoeteren), ənə graaf (Opoeteren) Graaf. [ZND 35 (1941)] III-3-1
graan maaien met de zeis afmaaien: āfmɛiǝ (Opoeteren) Het afmaaien van het graan met de zeis. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en kaart 19 "graan maaien met zicht en zeis". De "maaien"-opgaven van vraag N 15, 15a uit die plaatsen waar in vraag 14 is opgegeven dat het graan er met de zicht werd gemaaid (zie kaart 19), moeten als twijfelachtig worden beschouwd; men maaide er immers met de zicht. Wellicht is de zegsman op een dwaalspoor gebracht omdat er eerst naar het maaien met de zeis en pas daarna naar het maaien met de zicht is gevraagd. Vergelijk het lemma ''gras (af)maaien'' (3.1.2) in aflevering I.3. [N 15, 15a; monogr.] I-4