id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
21484 | werk (zn.) | werk: werrek (Ospel) | werk (zn.): (Ik gebruik de auto niet veel). Ik voel me het lekkerste als ik geregeld naar mijn - loop. [DC 39 (1965)] III-3-1 |
25569 | werkbank | snitselbank: snitsǝlba.ŋk (Ospel) | In het algemeen de houten bank waaraan de timmerman het hout bewerkt. Dit type werkbank is doorgaans aan de voorzijde ter hoogte van één van de poten en soms ook aan de zijkant voorzien van een houten bankschroef. Zie ook afb. 113. [N 53, 208a; monogr.] II-12 |
26696 | werkbroek | turksleren boks: tø̜rǝkslē̜rǝboks (Ospel) | Bepaalde broek bij het steken van turf gebruikt. [I, 20] II-4 |
19132 | werken | werken: wɛ.rəkə (Ospel) | werken [RND] III-3-1 |
24330 | werpen van jongen | jongen: jónge (Ospel), lammen: spec. van schapen of geiten gezegd laame (Ospel) | jongen (ww), werpen || werpen III-4-2 |
26297 | wervel | knevel: knēvǝl (Ospel), vregel: vrø̄gǝl (Ospel), wervel: węrvǝl (Ospel) | Blokje hout, dat draaibaar om een spijker op de kozijnstijl is aangebracht en dient om deuren van kastjes en schuurtjes gesloten te houden. In het gebied rond Weert werd het ook voor vensterluiken gebruikt. Zie ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291, s.v. 'wölverke', het, ø̄Nachtslotje. 't Is de kantuitspraak van wervelke. Geh. St-Truiden.ø̄ [A 27, 32a-b; monogr.] II-9 |
25135 | wervelwind | remouw: remouf (Ospel), wervelwind: wervelwindj (Ospel) | Hoe noemt men een ronddraaiende wind, die stof en zand van de grond doet opwervelen of water als een zuil omhoogzuigt? [DC 30 (1958)] || wervelwind [hauwmauw, remouw, hauw, ow, mouwmeuke, windroes] [N 22 (1963)] III-4-4 |
24399 | wesp | teetje: kleine soort wesp, die niet steekt teetje (Ospel), wesp: weespe (Ospel), wésp (Ospel) | wesp [DC 09 (1940)] || wesp, soort III-4-2 |
19133 | weten | weten: wieëte (Ospel) | weten III-1-4 |
21704 | wethouder, schepen | wethouder: wethoujer (Ospel) | het door de gemeenteraad gekozen lid van het dagelijks bestuur van een gemeente [wethouder, schepen] [N 90 (1982)] III-3-1 |