26804 |
in bonken steken |
in de kuil steken:
en dǝ kūl stɛ̄kǝ (L288a Ospel)
|
Steken van grote stukken veen. [I, 64g]
II-4
|
33613 |
in de moestuin werken |
hoven:
hoven (L288a Ospel)
|
[N P (1966)]
I-7
|
17878 |
in de rug slaan (met de vuist) |
dompen:
dompe (L288a Ospel)
|
slaan, Met een vuist in de rug ~ (doffen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19449 |
in de tuin werken |
hoven:
hoven (L288a Ospel)
|
Een tuin verzorgen (in de hof werken, hovenieren, hoven) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
26815 |
in een grote hoop zetten |
grote schranken zetten:
gruǝtǝ sxrɛŋk zetǝ (L288a Ospel)
|
[I, 79b]
II-4
|
26914 |
in het veen werken |
de peel werken:
en dǝ piǝl węrkǝ (L288a Ospel)
|
[II, 3]
II-4
|
26813 |
in hoopjes zetten, van turf gezegd |
in schranken zetten:
en sxraŋkǝn zetǝ (L288a Ospel),
in tijltjes zetten:
en tilkǝs zetǝ (L288a Ospel)
|
[I, 77]
II-4
|
27061 |
in hopen staan van de zwarte turf |
in bulten staan:
en bø̜ljtjǝ stǭn (L288a Ospel)
|
[II, 85b]
II-4
|
27044 |
in klampen zetten |
klamp tegenzetten:
klamp tēgǝnzętǝ (L288a Ospel)
|
Het zetten van klampen doet men vooral bij het omringen. [II, 82b]
II-4
|
26880 |
in kruisvorm stapelen |
in kruistijlen zetten:
en krȳstilǝ zętǝ (L288a Ospel),
kruistijlen:
krȳstilǝ (L288a Ospel)
|
Turf stapelen met als basis van de hoop een kruis van turven waarop de turven vervolgens trapsgewijze naar binnen toe worden opgestapeld, zodat de wind er goed doorheen kan spelen. [I, 112a]
II-4
|