e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jarig zijn verjaren: hé verjaort mergen (Ospel) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jenever foezel: foezel (Ospel), jenever: senaever (Ospel), Verklw. sjnaeverke  sjenaever (Ospel), klare: klaore (Ospel) jenever || slechte jenever III-2-3
jeneverbes wachel: mv. juniperus communis  wachele (Ospel) jeneverbessen III-4-3
jeugd, jongelieden jonge jongens: jóng jônges (Ospel) jongelui III-2-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: Algemene opmerking: de rest van deze vragenlijst is blanco!!  duvelshaer (Ospel) een jong met schietende pluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
jong en kaal vogeltje blootkek: nog zonder veren  bloeëtkek (Ospel), keggen: kegge (Ospel), kek: kek (Ospel), naakt vogeljong  kek (Ospel) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)] || nestvogel || vogeljong III-4-1
jong van een dier jong: jong (Ospel), jóng (Ospel), klein beestje: klein bīēsje (Ospel) Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong ve dier || klein beestje [DC 37 (1964)] III-4-2
jong van een rund jong: jǫŋ (Ospel) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Ospel), baggen (mv.): bage (Ospel) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge duif pieper: pieper (Ospel) duif, jonge III-4-1