e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse brug vlot: vlot (Ospel) Klein, los bruggetje, een vlot. [II, 92e] II-4
losse turf aanmaakturf: ānmāktø̜rǝf (Ospel) Turf van een losse substantie. [I, 64a] II-4
losse voerbak voor runderen krib: krøp (Ospel) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
lot(je) van de loterij lot: Sub loeët.  loôt (Ospel) Lot uit de loterij. III-3-2
loteling geloot (volt.deelw.): gelootj (Ospel) iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)] III-3-1
loteren, los zitten lodderen: geloddert (Ospel) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon luchtballon: luchtbalon (Ospel) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtig, luchtiger -gezegd van turf erdoor moeten kunnen van de wind: (men zegt) dǝ wenjtj mot ǝrdōr kęnǝ (Ospel), lochter: loxtǝr (Ospel) De turf wordt zo opgestapeld, dat de wind er beter doorheen kan spelen. [II, 88] II-4
luchtx lucht: loucht (Ospel) lucht [DC 03 (1934)] III-4-4
lucifer zwegeltje: zwegelke (Ospel) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] III-2-1