e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poetsen, schoonmaken poetsen: poetsen (Ospel), putsə (Ospel) poetsen || Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)] III-2-1
poetsmes stompje: stømpkǝ (Ospel) Het mes waarmee de uitstekende eindjes worden afgesneden. Zie ook afb. 279. [N 40, 75; monogr.] II-12
poken rakelen: rōͅkələ (Ospel), rökelen (Ospel) Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || oprakelen, oppoken (van vuur) III-2-1
politieagent bode: booi (Ospel) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pollepel potlepel: poͅtlēpəl (Ospel), poͅtliəpəl (Ospel) pollepel III-2-1
pols pols: pols (Ospel) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
ponder ponder: punjder (Ospel) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
ponton veer: veer (Ospel) een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)] III-3-1
pook rakelijzer: rōͅkəlī.sdər (Ospel), rōͅkəlī.zər (Ospel) pook III-2-1
poot poot: puǝt (Ospel) [N 76, 12] I-12