e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rabarber rabarber: rebârber (Ospel) rabarber I-7
rad van de veenkruiwagen kruikarrad: krøkǝrrāt (Ospel), rad: rāt (Ospel) [II, 70d] II-4
radijs radijs: rediês (Ospel) radijs I-7
rafel rafel: reifels (Ospel) Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)] III-1-3
ragebol spinnenjager: spenəjēgər (Ospel), spinnenveger: spinnenvaiger (Ospel) ragebol || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rails rails (<eng.): rels (Ospel) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen ruiten wassen: rūtə wasə (Ospel) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rammelaar rammel: remmel (Ospel), rekel: ook: remmel  raekel (Ospel) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1
rammelen rakelen: rokkelj (Ospel) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rank leien (mv.): mv.  leî-je (Ospel) ranken III-4-3