e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
recht stuk van een wijk rechte kant: rɛxtǝ kanjtj (Ospel) [II, 31] II-4
rechtopstaande wissen staafhout: stāfhǫwt (Ospel), staven: stē̜f (Ospel), stikselen: steksǝlǝ (Ospel) De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.] II-12
rechtvaardig rechtvaardig: rechtvieërdig (Ospel) rechtvaardig III-1-4
regen (alg.) regen: raengel (Ospel), (zo wordt het ook genoemd).  raegen (Ospel) regen III-4-4
regenboog regenboog: Aanvulling op laatste pagina, na vraag 54: een regenboog is een teken van 3 dagen t zelfde weer. de zon kruuptj in n neertje.  reingelboog (Ospel) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bijsje: ’n bieske (Ospel) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: raegene (Ospel), raengele (Ospel), reingelen (Ospel, ... ) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] || regenen || regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenwolkje de zon trekt water: de zon trēkjt water (Ospel) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenworm pierik: peerik (Ospel, ... ), perik (Ospel), worm: worrum (Ospel), wôrrem (Ospel) pier, regenworm || regenworm [DC 40 (1965)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] III-4-2
reiskoffer kwispelmandje: kwispel-mendje (Ospel), valies (<fr.): flies (Ospel) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] III-3-1