e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

Gevonden: 3815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloedworst bloedworst: bloodwoorst (Ospel), zwarte worst: Moorepetaazie met zwerte woorst: hutspot met bloedworst  zwerte woorst (Ospel) bloedworst [N 06 (1960)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: bloótzuûger (Ospel), bloedzuiker: bloodsuker (Ospel), bloodzuuker (Ospel), echel: ekel (Ospel) bloedzuiger [DC 30 (1958)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloeien bloeien: blujje (Ospel) bloeien III-4-3
bloem (alg.) bloem: blo.mə (Ospel), bloom (Ospel) bloem || bloemen [RND] III-4-3
bloembol bol: bol (Ospel), kliester: ± WLD  kliester (Ospel), ui: ± WLD (oeandj ? - moeilijk leesbaar)  oeendj (Ospel) Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemknop bloemknop: bloemknop (Ospel) De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemkool bloemkool: bloomkhoel (Ospel), bloomkoeël (Ospel), bloomkuul (Ospel) bloemkool || bloemkool als gerecht [N Q (1966)] || bloemkool, als plant of gewas [N Q (1966)] I-7, III-2-3
bloemperk het afgekort: aafgekörtj (Ospel) Hoe noemt u het afgeperkt deel van een tuin met bloemen? [N 104 (2000)] III-2-1
bluts dompel: dumpel (Ospel) Deuk: een buiging in een effen opppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, bluts, bult, duts, deuk). [N 84 (1981)] III-1-2
blutsen blutsen: bluts (Ospel) Blutsen: een buil slaan, een deuk slaan (blutsen, knutsen, butsen). [N 84 (1981)] III-1-2