e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterpaspalen richtpaaltjes: rextpø̜̄lkǝs (Ospel) [II, 22b] II-4
waterput put: pøt (Ospel, ... ) [DC 21 (1952)] [N 12 (1961)] [RND 08] I-7
waterring van de mijt waterlaag: wātǝrlǭx (Ospel) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
watersnip hemelgeit: als ze vliegt maakt ze een geluid als een blatende geit.  hemelgeît (Ospel), pink: ook wel: bokje  pink (Ospel) watersnip || watersnip, kleine III-4-1
wecken inmaken: in maken (Ospel), wecken: wekke (Ospel), Ich hep tieën glaaze körse gewéktj  wékke (Ospel) wecken, inmaken van levensmiddelen || wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weddenschap weddingschap: wɛdiŋschap (Ospel) weddenschap [RND] III-3-2
wedstrijdduif reisduif: reisdoef (Ospel) Hoe heet de duif of duivesoort die voor het spel gebruikt wordt? [N 93 (1983)] III-3-2
weduwe wedevrouw: cf. WNT s.v. "weduwvrouw"weduwe-, wede-, weed-, widde-, wed(de)vrouw  wedevrouw (Ospel) weduwe [DC 05 (1937)] III-2-2
weduwnaar wedeman: weedemân (Ospel), cf. WNT s.v. "weduwman - weduwe-, wede-, weed-, wid-, widde-, wed-, weddeman  wedeman (Ospel) weduwman || weduwnaar [DC 05 (1937)] III-2-2
weefspoel schietspoel: sxētspōl (Ospel) Pijpje met inslaggaren. De weefspoel is een houten schuitje waarin op een priem de pijpjes met inslaggaren worden vastgeklemd. [N 39, 105a; monogr.] II-7