e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ospel

Overzicht

Gevonden: 3815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ereboog voor de jonge priester ark: ark (Ospel) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] III-3-3
erf erf: ɛrəf (Ospel), hof: hō.f (Ospel) I-7
ergens, hier of daar ergens: ps. blz. 21 van deel 2 (N-W).  êrreges (Ospel), evers: Verouderd BO.  aevers (Ospel) ergens, hier of daar III-4-4
erwt, algemeen erwt: ért (Ospel), ɛrt (Ospel) erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
erwtensoep erwtensoep: Verklw. ertesöpke  ertesop (Ospel) erwtensoep III-2-3
eten (ww.) bikken: bargoens Ich bîn zoeë dao, ieërst mót ich nog effe bikke  bikke (Ospel), eten: eite (Ospel, ... ), éétə (Ospel) eten [DC 35 (1963)], [DC 37 (1964)], [RND] III-2-3
etensresten klitsklatsjes: uitsluitend mv. uitsluitend verklw.  klitskletskes (Ospel), knauwelen: Aetj di-j knoûwel zellef mer op  knoûwele (Ospel) etensrestjes III-2-3
etenszak of etenstrommel boterhammentrommel: bōtǝrhamǝtromǝl (Ospel), henkelman: heŋkǝman (Ospel), knik: knek (Ospel), peelmandje: piǝlmɛntjǝ (Ospel) Materiaal om het eten voor de dag in te bewaren. De knik of knapzak is in L 265 gevuld met boterhammen, boekweitkoek of spekkoek. In L 288a draagt men een peelmandje met een dubbele riem, op iedere schouder één riem. [II, 2b] II-4
fabrieksturf fabrieksturf: fabrikstø̜rǝf (Ospel) Soort zwarte turf bestemd voor de vlamovens, steenfabrieken en andere. Een normale maat voor fabrieksturf kan zijn 14 x 14 x 40 cm. [II, 52d] II-4
familie familie: femiêlie (Ospel) familie III-2-2