20690 |
gekookte hersens |
gekookte harren:
Syst. WBD
gekòkte hénne (L163p Ottersum)
|
Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
30589 |
gekookte lijnolie |
gekookte lijnolie:
gǝkǫktǝ linóli (L163p Ottersum)
|
Lijnolie die enige uren tot ongeveer 2500 C. werd verhit, onder toevoeging van geringe hoeveelheden lood- en mangaanverbindingen. [N 67, 13b]
II-9
|
17580 |
gekruld haar |
krulhaar:
krölhèùr (L163p Ottersum),
krölhöör (L163p Ottersum)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
<uitdr.> ze hebben:
dèn hét ze (L163p Ottersum),
cent:
dèn hét saens (L163p Ottersum),
geld:
dèn hét gaelt (L163p Ottersum),
gaelt (L163p Ottersum),
gɛ̄lt (L163p Ottersum),
xɛ.lt (L163p Ottersum)
|
geld [RND] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
24152 |
gele kwikstaart |
gele schrijver:
gèèle schrie.ver (L163p Ottersum),
gele schrijverik:
gèèle schrie.verik (L163p Ottersum),
gele wierts:
geile wierts (L163p Ottersum),
gèèle wierts (L163p Ottersum)
|
kwikstaart || kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)]
III-4-1
|
33264 |
gele lupine |
filipinen:
filǝ`pinǝ (L163p Ottersum)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
24488 |
gele narcis |
morgenster:
mé.rgestèr (L163p Ottersum),
paasbloem:
pôsbloem (L163p Ottersum)
|
narcis
III-4-3
|
33239 |
gele voederwortel |
voerwortelen:
vōrwǫrtǝlǝ (L163p Ottersum)
|
Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.]
I-5
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemekkelek (L163p Ottersum),
gemekkelijk (L163p Ottersum),
makkelijk:
Vó.nde gïj ¯t rijeksaame ok zö mékkelek te haole
mékkelek (L163p Ottersum),
op zijn gemak:
op zien gemak (L163p Ottersum, ...
L163p Ottersum)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
25527 |
gemalen en gezuiverd graan |
gezift meel:
gǝzeft mē̜l (L163p Ottersum)
|
Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80]
II-1
|