17570 |
hoofd |
kop:
kòp (L163p Ottersum)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
17571 |
hoofd (spotnamen) |
knikker:
knikker (L163p Ottersum)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
32771 |
hoofdbalken van de eg |
balken:
balǝkǝ (L163p Ottersum),
bɛlǝk (L163p Ottersum)
|
De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.]
I-2
|
34638 |
hoofdbord |
kroon:
krōn (L163p Ottersum)
|
Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr]
I-13
|
18187 |
hoofddoek |
kopdoek:
kopdoek (L163p Ottersum)
|
hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20767 |
hoofdkaas |
persvlees:
pars˃vlēͅi̯s (L163p Ottersum),
zult:
zø̄lt (L163p Ottersum),
zuurvlees:
zūrvlēͅi̯s (L163p Ottersum)
|
hoofdkaas || hoofdkaas, zult || zult, hoofdkaas
III-2-3
|
19654 |
hoofdkussen |
kopkussen:
koͅpkøsə (L163p Ottersum)
|
hoofdkussen
III-2-1
|
24344 |
hoofdluis |
luis:
luus (L163p Ottersum),
WLD
luus (L163p Ottersum, ...
L163p Ottersum),
lūūs (L163p Ottersum),
pietje:
pietje (L163p Ottersum),
WLD
pietje (L163p Ottersum)
|
hoofdluis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|
32658 |
hoofdplaat |
schuurplaat:
sxūrplǭt (L163p Ottersum)
|
De hoofd- of zijplaat, ook wel tegenzool of grondweerplaat genoemd, is een terzijde van de ploegzool aangebrachte ijzeren plaat, die niet alleen als versterking van de ploegzool dient, maar ook en vooral de wand van de voor moet glad strijken om te verhinderen dat deze afbrokkelt en er aarde in de ruimte van het ploeglichaam valt. Soms stond deze plaat van boven in verbinding met de ploegboom. Sommige van de onderstaande termen worden ook in het lemma PLOEGBOOMBESLAG aangetroffen. Ze lijken vooral op de versterking van de poegzool te wijzen.
I-1
|
33932 |
hoofdstel |
kopsel:
kø̜psǝl (L163p Ottersum)
|
Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.]
I-10
|