e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jan in de zak ketelkoek: Syst. WBD  kéételkōēk (Ottersum) Koek die in een ketel met water gekookt is (broeder?) [N 16 (1962)] III-2-3
jarig zijn jarig zijn: hi-j is jörig (Ottersum) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jas: algemeen jas: jas (Ottersum) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jèske (Ottersum) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het zwarte pak korte jas: korte jas (Ottersum), zwarte jas: zwarte jas (Ottersum) jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)] || jas, zwarte ~ met korte slippen [sem] [N 23 (1964)] III-1-3
jenever klare: klōͅrə (Ottersum) jenever III-2-3
jeuk jeuks: jöks (Ottersum, ... ) jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: jeuke (Ottersum), ⁄t jökt (Ottersum), jeuksen: jökse (Ottersum) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jong van een dier jong: joŋ (Ottersum) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong varken bag: bax (Ottersum), big: bex (Ottersum), keuje: kø̄i̯ǝ (Ottersum), pog: pok (Ottersum), pox (Ottersum), pogje: pøkskǝ (Ottersum) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12