e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kozijn deurkozijn: deurkozijn (Ottersum), deurraam: dø̜rrām (Ottersum), glasraam: glasrām (Ottersum), kozijn: kozijn (Ottersum), kozęjn (Ottersum), raamkozijn: raamkozijn (Ottersum) Houten of metalen raamwerk, bestaande uit twee stijlen met een boven- en onderdorpel, waarin een deur of raam wordt aangebracht. In Q 113 zijn kozijnen pas kort in gebruik. Voorheen paste men een constructie toe die 'blindraam' of 'rabat' werd genoemd. Daarbij werd in de massief gemetselde muur een opening gelaten waarin later het deur- of raamkozijn werd geplaatst. Het houtwerk van zo'n blindraam werd door middel van de pleisterlaag vastgezet. De kozijnen die tegenwoordig worden gebruikt, zijn dikker dan het kozijn dat bij de blindramen gebruikelijk was. Zij steken aan de binnen- en aan de buitenkant verder naar voren en worden vastgezet met behulp van kozijnankers, die tussen de voegen van de beide spouwmuren worden gemetseld. In verband met deze verankering in het metselwerk wordt het kozijn van tevoren geplaatst (Lochtman, pag. 42). Zie ook het lemma 'Muurraam'. [N 32, 10a-c; N 55, 6a-c; monogr.; div.] II-9
kozijnanker kozijnanker: [kozijn]āŋkǝr (Ottersum) L-vormig ijzer waarmee een kozijn in de muur wordt vastgezet. Volgens een invuller uit L 289 werden kozijnen vroeger slechts met spijkers vastgezet. Het kozijnanker is een ontwikkeling van latere tijd. Zie voor het woordtype 'dook' (K 318, L 414) ook de toelichting bij het lemma 'Dook'. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(kozijn)-' het lemma 'Kozijn'. [N 32, 11a; N 55, 18a; monogr.] II-9
kraag kraag: kraag (Ottersum, ... ), kréégske (Ottersum), kraagje: krē̜xskǝ (Ottersum) Deel van een kledingstuk. De omgevouwen of opstaande rand langs de halsopening van een jas, japon, overhemd enz. [N 62, 31c; MW; monogr.] || Hoe noemt U: de kraag [N 62 (1973)] II-7, III-1-3
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pelderien (Ottersum) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraaien, gezegd van de haan kraaien: krē̜i̯ǝ (Ottersum), kręi̯ǝ (Ottersum) [N 19, 49; Vld.; monogr.] I-12
kraakbeen knoerzel: knŏĕrzel (Ottersum), knoopbotje: knoepbutjes (Ottersum), knōōpbutje (Ottersum) kraakbeen [noerz, knorzel, knoezelbeen] [N 10a (1961)] III-1-1
kraalprofiel kraal: krǭl (Ottersum) Houten lijst waarvan de dwarse doorsnede een halfbolvormig profiel vertoont. Zie ook afb. 154. [N 55, 156] II-12
kraaltjes kraaltjes: krɛləkəs (Ottersum) kraaltjes [RND] III-3-2
kraambed kraam: kraom (Ottersum) kraambed III-2-2
kraan kraan: krōͅn (Ottersum) kraan III-2-1