28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
linǝ (L163p Ottersum)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
30160 |
lintvoeg |
lijnvoeg:
lęjnvūx (L163p Ottersum)
|
Horizontale voeg. Zie ook afb. 41. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29b; monogr.]
II-9
|
31436 |
lintzaagmachine |
lintzaag:
līnt˲zāx (L163p Ottersum)
|
Stationaire machine voor het zagen van diverse materialen. Het zaagblad van de lintzaagmachine bestaat uit een stalen band zonder einde dat aan één kant van zaagtanden is voorzien en wordt aangedreven door een elektromotor. Het te zagen materiaal rust op een zaagtafel en wordt tegen het draaiende blad aangedrukt. Met de lintzaag kunnen ook gebogen zaagsnedes worden gemaakt. [N 50, 69; N 53, 16; monogr.]
II-12
|
17617 |
lip |
lip:
lep (L163p Ottersum),
lip (L163p Ottersum)
|
Het gedeelte dat aan een stuk hout overblijft, wanneer dit aan het eind wordt ingekeept. Zie ook afb. 128. [N 54, 42c] || lip [RND]
II-12, III-1-1
|
32030 |
liplas |
gordinglas:
gǫrdeŋlas (L163p Ottersum),
tandlas:
tāntlas (L163p Ottersum)
|
Houtverbinding waarmee twee in elkaars verlengde gelegen stukken hout aan elkaar bevestigd kunnen worden. Aan het uiteinde van ieder stuk wordt daartoe een lip gezaagd. De borsten van de liplas kunnen recht of schuin zijn uitgevoerd. De las wordt met deuvels, draadnagels of bouten vastgezet. Zie ook de volgende twee lemmata en afb. 128. [N 54, 42a; N 54, 46]
II-12
|
24528 |
lisdodde |
lampenpoetser:
la.mpepoetser (L163p Ottersum),
poesje:
poeske (L163p Ottersum)
|
lisdodde
III-4-3
|
18967 |
list |
fint:
Dat is ¯n mojje fi.nt um binne te kómme
fi.nt (L163p Ottersum)
|
list
III-1-4
|
34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
beuken:
bø̜̄kǝ (L163p Ottersum)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
17721 |
loeren |
loeren:
loere (L163p Ottersum),
lōēren (L163p Ottersum)
|
kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23311 |
lof |
lof:
ət luf (L163p Ottersum)
|
het lof [RND]
III-3-3
|