e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meubelmaker meubelmaker: mø̄bǝlmākǝr (Ottersum) Ambachtsman die meubels vervaardigt. [N 55, 166a; L 34, 19b; monogr.] II-12
meubelmakersvak meubelvak: mø̄bǝlvak (Ottersum) Het vak van meubelmaker. [N 55, 171c] II-12
middag (s middags) middag: midàg (Ottersum) middag [RND] III-4-4
middagdutje noren: de noore (Ottersum), oren: d`n oore (Ottersum) middagdutje III-1-2
middendeel van het paard middenstuk: medǝstøk (Ottersum) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
middenregel tussenregel: tøsǝrēgǝl (Ottersum) Elk van de horizontale planken tussen de onder- en bovenregel van de vergaring van een paneeldeur. [N 55, 26e; monogr.] II-9
middenstijl middenstijl: medǝstīl (Ottersum) Het verticale deel in het midden van een kozijn waartegen de twee vleugels van een dubbel raam aanslaan. [N 55, 7b] II-9
mier zeikdemmel: zè.jkdeemel (Ottersum), zè.jkdimmel (Ottersum), zè.jkdèmmel (Ottersum), zeiklem: zè.jklém(de) (Ottersum), zeiklemd: zijk-lemd (Ottersum), zè.jklèmd (Ottersum), WLD  zeiklémt (Ottersum) mier [Weijnen BN 06 (1939)] || mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenei mierenei: WLD  mierenei (Ottersum) mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenhoop mierennest: WLD  mīērenest (Ottersum), zeiklemdennest: WLD  zeiklémtenest (Ottersum) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2