e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardsknecht, eerste knecht bouwmeester: bǫmē̜ ̞stǝr (Ottersum), grote knecht: grōtǝ [knecht] (Ottersum) Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.] I-6
paarkant paringkant: pǭreŋkānt (Ottersum) De zijde van het hout waarop de tekens zijn aangebracht. [N 55, 4c] II-9
pacht? pacht: de paacht (Ottersum) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachten pachten: paachte (Ottersum) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pad pad: pad (Ottersum) pad III-4-2
pad aanmaaien (het is) ingemaaid: iǝngǝmɛ̄i̯t (Ottersum) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
paddestoel (alg.) paddestoel: padəstu.l (Ottersum) paddestoel [RND] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf papperig (dik): papperig (Ottersum), poesterig: poesterig (Ottersum) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette paillette: paillette (Ottersum), plat kraaltje: platte krèllekes (Ottersum), zwart kraaltje: zwarte krèllekes (Ottersum) Kent U de volgende benamingen van versieringen, hoe spreekt U ze uit, wat wordt ermee bedoeld: git [N 62 (1973)] || Kent U de volgende benamingen van versieringen, hoe spreekt U ze uit, wat wordt ermee bedoeld: paillette? [N 62 (1973)] || Versiering voor kledingstukken. Glinsterend schijfje met in het midden een gaatje. [N 62, 60b] II-7, III-1-3
pak, kostuum pak: pak (Ottersum) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3