21659 |
verlagen |
lager zetten:
légger zétte (L163p Ottersum)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19038 |
verlegen |
beschaamd:
beschamt (L163p Ottersum),
bleu:
bleu-j (L163p Ottersum),
bleuj (L163p Ottersum),
(hebben alle drie een moeilijk te omschrijven klein verschil in gevoelswaarde).
bleuj (L163p Ottersum),
schouw:
schouw (L163p Ottersum),
(hebben alle drie een moeilijk te omschrijven klein verschil in gevoelswaarde).
schòw (L163p Ottersum),
verlegen:
verlège (L163p Ottersum),
verléégen (L163p Ottersum),
(hebben alle drie een moeilijk te omschrijven klein verschil in gevoelswaarde).
verlège (L163p Ottersum)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
31799 |
verlopen van de zaag |
lopen:
lōpǝ (L163p Ottersum)
|
Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b]
II-12
|
20813 |
vermicelli |
peem:
pēm (L163p Ottersum)
|
vermicelli
III-2-3
|
30605 |
vernis |
vernis:
vǝrnes (L163p Ottersum)
|
Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.]
II-9
|
30706 |
vernissen |
vernissen:
vɛ̄rnesǝ (L163p Ottersum)
|
Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.]
II-9
|
21666 |
verschuldigd zijn |
in de lat staan:
en de lat hébbe staoṇ (L163p Ottersum)
|
Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25344 |
verslachten |
uitlichten:
ūtlextǝ (L163p Ottersum)
|
Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97]
II-1
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
sprēi̯ (L163p Ottersum)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
18797 |
verstand |
rede:
Ze bleef mar pérmtie.re; ze was nie vör rèèje vatbaar Um wavön rèèje is hïj d¯r nie
rèèje (L163p Ottersum)
|
rede, verstand
III-1-4
|