e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ottersum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wig spie/spij: spij (Ottersum), wig: wex (Ottersum) De houten wig die bij het aandrijven tussen de drijfkram en de vloerdelen wordt geslagen. [N 54, 136b] || Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.] II-9
wigvormig sluithout spie: spi (Ottersum) Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46] I-6
wijdbeens lopen wijd spoor: wiet spaor (Ottersum) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen cape (eng.): keep (Ottersum) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijdte wijdte: wītǝ (Ottersum) De benaming voor een omtrekmaat, in het bijzonder als tweede lid van een samenstelling in bijv. bovenwijdte, taillewijdte en heupwijdte. [N 59, 44a; N 62, 2b] II-7
wijn wijn: wīēn (Ottersum) wijn [RND] III-2-3
wijnazijn wijn-edik: winēͅk (Ottersum) wijnazijn III-2-3
wijnstok, wingerd druif: droe.f (Ottersum), druivenwingerd: droe.fvie.ger (Ottersum), druu.vevinger (Ottersum) druivestruik I-7
wijs wijs: Ziede gij nów mar ¯t wiestén én gèf toe Die is knats nie wies Wa kiekt dèn klèène al wies uut zien ooge Hum makte niks wies Ik bin van hör nie wie.zer geworre  wies (Ottersum) wijs, verstandig III-1-4
wijsvinger wijsvinger: wīēsvinger (Ottersum), wíésvinger (Ottersum) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1