20635 |
dronken |
stuk in de kraag:
stuk īēn de kraog (L163p Ottersum),
zat:
zat (L163p Ottersum, ...
L163p Ottersum,
L163p Ottersum),
zo zat als een maleier:
zo zat als n Maleier (L163p Ottersum),
zo zat als een oorlogschip:
zo zat als n oorlogschip (L163p Ottersum)
|
dronken [N 10 (1961)]
III-2-3
|
20622 |
dronken zijn |
een stuk in de kont hebben:
n stuk in de kont hebben (L163p Ottersum),
een stuk in de kraag hebben:
n stuk in de kraag hebben (L163p Ottersum),
een stuk in zijn kont hebben:
n stuk īēn z’n koont hebbe (L163p Ottersum),
hem goed zitten hebben:
den he dum gōēd zitte (L163p Ottersum),
hem om hebben:
hij hed m um (L163p Ottersum),
m um hebbe (L163p Ottersum)
|
dronken [N 10 (1961)]
III-2-3
|
25232 |
droog blijven |
t blijft over]:
⁄t wéért hin (L163p Ottersum)
|
droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25128 |
droog weer |
droog:
druch (L163p Ottersum)
|
droog [RND]
III-4-4
|
19656 |
droogdoek, theedoek |
handdoek:
hant˂duk (L163p Ottersum),
hant˂dūk (L163p Ottersum),
schoteldoek:
sxotəlduk (L163p Ottersum),
sxotəldūk (L163p Ottersum)
|
theedoek
III-2-1
|
25479 |
droogzolder |
droogzolder:
drø̄gzǭldǝr (L163p Ottersum)
|
De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c]
II-1
|
20565 |
dropwater |
sapzoet:
sap˃zy(3)̄t (L163p Ottersum),
schuimpje:
sxymkə (L163p Ottersum)
|
dropwater
III-2-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
nat (L163p Ottersum, ...
L163p Ottersum),
smiezelig weer:
smīēzerig wéér (L163p Ottersum)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
17941 |
druk heen en weer lopen |
ijverig lopen:
īēverig (L163p Ottersum)
|
lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18509 |
drukknoop |
drukker:
drøkǝr (L163p Ottersum)
|
Uit twee helften bestaand knoopje dat sluit door de delen in elkaar te drukken. [N 62, 52; MW]
II-7
|