e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Overpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peetoom peteren: pe:tərə (Overpelt), petərən (Overpelt) peter (bij het doopsel) [ZND B1 (1940sq)] || peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2
peettante peet: pēat (Overpelt), pēt (Overpelt), pɛ̄t (Overpelt) meter (bij het doopsel) [ZND B1 (1940sq)] || meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] III-2-2
pek pek: pɛk (Overpelt), teer: tɛr (Overpelt) De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10
pekdraad pekdraad: pɛkdrǭt (Overpelt), teerdraad: tɛrdrǭt (Overpelt) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
penis van de stier schacht: sxaxt (Overpelt) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
pennenhouder pennenstok: pennestok (Overpelt, ... ) pennenhouder [ZND 40 (1942)] III-3-1
persen arbeid hebben: arbeid hebben (Overpelt), arbeiden: arbeiden (Overpelt) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
perzikkruid reutsel: retsǝl (Overpelt) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet: algemeen klak: klak (Overpelt, ... ), potske = zonder klep  klak (Overpelt), potsje: potske = zonder klep  potske (Overpelt) pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet (hoofddeksel voor jongens) [ZND B1 (1940sq)] || pet, muts, klak [RND] III-1-3
peterselie peterselie: peterselie (Overpelt), petərseli (Overpelt), petərsili (Overpelt) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7