22358 |
hoepel |
hoepel:
hoepel (K357p Paal),
reep:
nə rīəp (K357p Paal),
rieëp (K357p Paal),
ring:
rink (K357p Paal),
ruik (K357p Paal)
|
a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)] || Een hoepel (ijzeren of houten ring die door de kinderen voortgedreven wordt). [ZND 27 (1938)] || Een hoepel (speeltuig. Fr. cerceau). [ZND B1 (1940sq)]
III-3-2
|
22359 |
hoepelen |
repen:
repen (K357p Paal),
riejepe (K357p Paal),
ringrijden:
rinkraaje (K357p Paal)
|
b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)] || Hoe heet: met zon ring [hoepel] spelen? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
18319 |
hoepelrok |
repenrok:
riəpərok (K357p Paal),
rī-jəpəRòk (K357p Paal)
|
hoepelrok [reekerok] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34619 |
hoepels van de huifkar |
repen:
riǝpǝ (K357p Paal)
|
Houten hoepels waarover de huif gespannen werd. De hoepels werden in krammen tegen de zijplanken bevestigd. Meestal waren er vijf, waarvan de voorste naar voren helde. [N 17, 74 + 99]
I-13
|
18017 |
hoest |
hoest:
hūst (K357p Paal)
|
hoest [ZND m]
III-1-2
|
18018 |
hoesten |
hoesten:
hoesten (K357p Paal),
howstə (K357p Paal)
|
hoesten [ZND A2 (1940sq)] || zachtjes hoesten, kuchen [ZND 29 (1938)]
III-1-2
|
32937 |
hoeveelheid hooi die men opsteekt |
gaffel:
gafǝl (K357p Paal)
|
De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a]
I-3
|
18307 |
hoge herenschoen |
hoge schoen:
hoegschoene (K357p Paal),
hūXsXòwn (K357p Paal)
|
herenschoenen, hoge ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18258 |
hoge hoed |
chapeau-buse (fr.):
ṣapəby:s (K357p Paal)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20448 |
hoge hoed bij begrafenis |
chapeau-buse (fr.):
ṣapəby:s (K357p Paal)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-2-2
|