e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofddoek kopdoek: ko̞bdok (Paal), vlaar: vlǭr (Paal) Hoofdbedekking ter bescherming tegen de felle zon in de oogsttijd. De laatste opgaven van het lemma, met het type hoed, zijn allicht geen hoofddoeken, maar hoofdbedekkingen. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] I-4, III-1-3
hoofdkaas gekapt: gəkapt (Paal), gemalen: gəmālə (Paal), kipkap: kepkáp (Paal) gehakt vlees (speciaal van het hoofd van varkens) [ZND B2 (1940sq)] || hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen kap: kap (Paal) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3
hoofdkussen kopkussen: koͅpkøsə (Paal), kussen: kussen (Paal) hoofdkussen [ZND 27 (1938)] III-2-1
hoofdluis luis: lø͂ͅs (Paal), ook in ZND BrA2, 394  lø͂ͅs (Paal) luis [ZND m] III-4-2
hoofdpijn koppijn: kopajn (Paal), koppain (Paal), koppijn (Paal, ... ) ik heb hoofdpijn [ZND 34 (1940)] III-1-2
hoofdplaat ijzeren plaat: ē̜zǝrǝ plō ̞t (Paal) De hoofd- of zijplaat, ook wel tegenzool of grondweerplaat genoemd, is een terzijde van de ploegzool aangebrachte ijzeren plaat, die niet alleen als versterking van de ploegzool dient, maar ook en vooral de wand van de voor moet glad strijken om te verhinderen dat deze afbrokkelt en er aarde in de ruimte van het ploeglichaam valt. Soms stond deze plaat van boven in verbinding met de ploegboom. Sommige van de onderstaande termen worden ook in het lemma PLOEGBOOMBESLAG aangetroffen. Ze lijken vooral op de versterking van de poegzool te wijzen. I-1
hoofdstel kopstuk: kǫpstøk (Paal), toom: tuǝm (Paal) Stel van leren riemen op het hoofd van het paard als het ingespannen is. Het woordtype hoofdsel is vermoedelijk ontstaan uit hoofdstel. Loesj als simplex of als eerste lid van een samenstelling gaat terug op het Franse louche "schuin/scheel". [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 17; R 3, 60; monogr.] I-10
hoofdtooi van communiemeisjes kroontje: kryŋkə (Paal), voile (fr.): va:wəl (Paal) Sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes. [N 25 (1964)] III-3-3
hoog tijd hoog tijd: hoegtête (Paal), hoe͂g tijd (Paal) Het is hoogtijd (dat we gaan). [ZND 27 (1938)] III-3-3