e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jas: algemeen jas: jas (Paal), paletot (fr.): paləto (Paal) jas [ZND B1 (1940sq)] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jaskə (Paal) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasvoorschoot: jasvəsXut (Paal), jasvoorschort: jasvöschurt (Paal) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jeneverbes bekelaar: beikeleer (Paal), wild kersje: wøl kiskə (Paal) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)] III-4-3
jeugd, jongelieden jongvolk: joenkvolk (Paal) jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)] III-2-2
jeuken jeuken: jøkə (Paal), jø͂ͅkə (Paal) jeuken [ZND B1 (1940sq)] || jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2
jicht jicht: jicht (Paal), jixt (Paal) jicht [ZND A1 (1940sq)], [ZND m] III-1-2
jojo jojo: jojo (Paal) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jonk (Paal), jŏĕng (Paal) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  jonk (Paal), jŏĕng (Paal) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2