e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong dat pas kan vliegen vlug: vløch (Paal) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen duivelshaar: dyvəlshōͅər (Paal) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong en kaal vogeltje vogeltje: vø͂ͅgəlkə (Paal, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. nog niet vlug: nog nie vlug (Paal) jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)] III-4-1
jong van een dier jong: joŋk (Paal) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11
jong van een rund knopper: knupǝr (Paal) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bax (Paal), báx (Paal), baggen (mv.): bage (Paal), big: bex (Paal), speenvarken: speenvarken (Paal) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans jonge gans: joŋ gans (Paal), joŋǝ gans (Paal) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit jonge geit: juŋ gē̜t (Paal) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kat katje: kɛtəkə (Paal) katje [ZND A2 (1940sq)] III-2-1