19297 |
lastig (werken) |
lastig:
ook materiaal znd 30, 02
lestig (K357p Paal)
|
lastig [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
17814 |
laten |
laten:
lĕŭten (K357p Paal),
lutten (K357p Paal),
løtə (K357p Paal)
|
laten [ZND 25 (1937)], [ZND m]
III-1-2
|
33384 |
latierboom |
scheihout:
sxē̜ ̞hǭt (K357p Paal)
|
Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.]
I-6
|
34642 |
latwerk |
hooilatten:
huǝi̯latǝ (K357p Paal)
|
Latwerk dat op de berries van de kruiwagen gelegd werd, ten einde het laadvlak te vergroten. [N 18, 101; JG 1d]
I-13
|
24990 |
lauw |
lauw:
loo water (K357p Paal),
a als in franse dans
loo water (K357p Paal),
a dof
lo water (K357p Paal)
|
Lauw. Lauw water [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|
18356 |
lederen pantoffel |
slof:
sloeffe (K357p Paal),
slufə (K357p Paal)
|
pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22416 |
leefnet |
net:
net (K357p Paal)
|
Het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20479 |
leeftijd, ouderdom |
oude dag:
aon dag (K357p Paal),
ouderdom:
āərdom (K357p Paal)
|
ouderdom; op zijn - [ZND B1 (1940sq)] || ouderdom; op zijn ouderdom [ZND 40 (1942)]
III-2-2
|
20953 |
leeg, gezegd van een noot |
kwaad:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
keu neut (K357p Paal),
leeg:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
liege neut (K357p Paal)
|
loze noot [ZND 30 (1939)]
III-2-3
|
24973 |
leeg, niets bevattend |
leeg:
leeg (K357p Paal),
lieg (K357p Paal),
liex (K357p Paal)
|
Leeg. Mijn glas is ledig [ZND 37 (1941)]
III-4-4
|