| 22421 |
beugelen |
beugelen:
beugelen (K357p Paal)
|
Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22422 |
beugelring |
ring:
ring (K357p Paal)
|
De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 24561 |
beuk |
beuk:
gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk
beuk (K357p Paal),
beukenboom:
bekəbūəm (K357p Paal),
bø̄kəbūəm (K357p Paal)
|
beuk [ZND m], [ZND m] || beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)]
III-4-3
|
| 20786 |
beurs, overrijp |
te murw:
te murref (K357p Paal),
te rijp:
te reiep (K357p Paal),
te reèp (K357p Paal),
veel te plat:
veul te plat (K357p Paal)
|
beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
| 33843 |
bevend schudden met de huid |
(zich) schudden:
sxødǝ (K357p Paal)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
| 34498 |
bevruchten |
treden:
trē̜.n (K357p Paal)
|
Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.]
I-12
|
| 33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voederhoek:
vu ̞i̯ǝrho ̞k (K357p Paal)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
| 17950 |
beweeglijk rondlopen |
ritsen:
ritsə (K357p Paal)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 25231 |
bewolking |
bewolkt:
teͅsbəwoͅləkt (K357p Paal)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 25107 |
bewolkte lucht |
overtrokken lucht:
euvertrokke loecht (K357p Paal, ...
K357p Paal),
overtrokken (K357p Paal),
overtrokken lucht (K357p Paal),
schaapjeslucht:
schaepjes locht (K357p Paal),
schaepjeslocht (K357p Paal)
|
bewolkt [ZND 32 (1939)]
III-4-4
|