e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puntmuts puntmuts: pøntmøts (Paal) puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
purper beche: [sic]  bèche (Paal), purper: purper (Paal), violet: violet (Paal) Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)] III-3-3
putemmer putemmer: pøtimər (Paal) [N 12 (1961)] I-7
putgalg gaffel: gafəl (Paal) [ZND 32 (1939)] I-7
puthaak putgaar: pøtgeͅi̯r (Paal), pøtxāi̯r (Paal), stok: stoͅk (Paal) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
putzwengel sikse: seksi (Paal, ... ), siksie (Paal), wip: wep (Paal) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
pyjama pyjama {piama}: piṣəma (Paal) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raadsel(tje) geraadsel(tje): əgròsəlkə (Paal), raadsel(tje): ròtsel (Paal) Een raadsel. [ZND 06 (1924)], [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
raam raam: rām (Paal), venster: vẽ ̝nstǝr (Paal  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raampje in een poort stalvenstertje: stalvinstǝrkǝ (Paal) Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b] I-6