e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roepwoord om de klokhen te lokken kloek, kloek, kloek: kluk, kluk, kluk (Paal) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de geit lem, lem: lęm, lęm (Paal) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit lem, lem: lęm, lęm (Paal) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roeren roeren: røͅi̯ərə (Paal) roeren [ZND A2 (1940sq)] III-2-3
roerzeef zij: zai̯ (Paal) zift voor soep of groenten (fr. passoire) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
roest roest: roͅu̯st (Paal) roest (roester) [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
roestplek ijzermaal: aa: dof, ij zonder i-kl.  ijzermaal (Paal) roestplek [ZND 36 (1941)] III-2-1
roestvlek ijzermaal: ai̯sdərmø͂ͅl (Paal), roetplek: rou̯ətplɛk (Paal) roestvlek (in het linnen) [ZND B1 (1940sq)], [ZND B2 (1940sq)] III-2-1
roet roet: ruət (Paal) rookzwart onderaan een ketel [ZND 36 (1941)] III-2-1
roet2 roet: roͅu̯t (Paal) roet in den schoorsteen [ZND A2 (1940sq)] III-2-1