18681 |
sierlijke omslagdoek |
mantille (fr.):
Van Dale (FN): mantille, mantilla, mantille: hoofddoek. Van Dale: mantille (Fr.) 1. (hist.) hoofddoek met lange punten die voor de borst of op de rug samengeknoopt werden; - 2. korte vrouwenmantel zonder mouwen, van enigszins kostbare zwarte stof.
ma͂:til (K357p Paal)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20879 |
sigaar |
sigaar:
segar (K357p Paal),
sigaar (K357p Paal),
e = dof
segaar (K357p Paal)
|
sigaar [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
28694 |
sikkel |
zichel:
zexǝl (K357p Paal),
zixǝl (K357p Paal)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsien (K357p Paal)
|
sinaasappel [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|
33981 |
singel |
buikriem:
bø̜̄krɛ ̝i̯m (K357p Paal),
singel:
seŋǝl (K357p Paal)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
33993 |
singel voor de paardedeken |
singel:
seŋǝl (K357p Paal)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|
22799 |
sint-maarten |
sint-maarten:
sint meiten (K357p Paal),
sint metten (K357p Paal)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-2
|
23286 |
sint-pieter te rome |
sinte-pieter:
sinte-pieter (K357p Paal)
|
Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
33587 |
sjalot |
sjalot:
žaloͅtə (K357p Paal)
|
sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)]
I-7
|
18686 |
sjerp |
sjerp:
sjɛrp (K357p Paal)
|
sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)]
III-1-3
|