33354 |
voergang in een dubbele stal |
pad:
pat (K357p Paal),
voedergang:
[voedergang] (K357p Paal)
|
In een dubbele stal, waar de koeien met de koppen naar elkaar toe staan, dient de middengang als voedergang en als hij breed genoeg is tevens als opslagplaats voor (groen)voeder. Het lemma omvat benamingen zowel voor de middengang in het algemeen als voor de middengang als voedergang. Zie voor de fonetische documentatie van (voedergang), (voergang) en (voerij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). Zie afbeelding 9. [N 5A, 57a; add. uit N 5A, 48b]
I-6
|
28326 |
voerman |
voerman:
vūǝrman (K357p Paal)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
34288 |
voerschep |
koeschep:
kui̯sxøp (K357p Paal),
scheplepel:
sxøplēpǝl (K357p Paal)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
17777 |
voet |
voet:
vowt (K357p Paal),
vūt (K357p Paal)
|
een voet, (voeten) [ZND A2 (1940sq)] || voet [ZND m]
III-1-1
|
19486 |
voetbankje |
voetbankje:
vūət˂bɛŋkskə (K357p Paal)
|
voetbankje [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
30509 |
voetpannen |
neuzel:
nø̄zǝl (K357p Paal)
|
De paar rijen pannen die de onderrand van het dak vormen wanneer dit deels met stro en deels met pannen wordt gedekt. [N F, 34a; N 4A, 27c; monogr.]
II-9
|
17778 |
voetzool |
zool:
zool (K357p Paal)
|
hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)]
III-1-1
|
22428 |
vogel op de schutsboom |
vogel:
vogel (K357p Paal)
|
De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24268 |
vogel, algemeen |
gevogelte:
geveugelte (K357p Paal),
vogel (mv.):
vogels (K357p Paal)
|
gevogelte [ZND 35 (1941)]
III-4-1
|
24487 |
vogelmuur |
moer:
mou̯ǝr (K357p Paal)
|
Stellaria media L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en braakliggende gronden met kleine donkere zaadjes en groene blaadjes. Het groeit laag boven de grond in samenhangende trossen en bloeit van februari tot november met kleine witte bloempjes. Kippen (en kanaries) eten het graag en sommige benamingen wijzen ook hierop. De lengte varieert van 10 tot 40 cm. Het is bekender onder de oude naam muur. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1a, 1b, 2c; A 60A, 59; monogr.]
I-5
|