e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Paal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voergang in een dubbele stal pad: pat (Paal), voedergang: [voedergang] (Paal) In een dubbele stal, waar de koeien met de koppen naar elkaar toe staan, dient de middengang als voedergang en als hij breed genoeg is tevens als opslagplaats voor (groen)voeder. Het lemma omvat benamingen zowel voor de middengang in het algemeen als voor de middengang als voedergang. Zie voor de fonetische documentatie van (voedergang), (voergang) en (voerij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). Zie afbeelding 9. [N 5A, 57a; add. uit N 5A, 48b] I-6
voerman voerman: vūǝrman (Paal) Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
voerschep koeschep: kui̯sxøp (Paal), scheplepel: sxøplēpǝl (Paal) Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b] I-11
voet voet: vowt (Paal), vūt (Paal) een voet, (voeten) [ZND A2 (1940sq)] || voet [ZND m] III-1-1
voetbankje voetbankje: vūət˂bɛŋkskə (Paal) voetbankje [ZND 02 (1923)] III-2-1
voetpannen neuzel: nø̄zǝl (Paal) De paar rijen pannen die de onderrand van het dak vormen wanneer dit deels met stro en deels met pannen wordt gedekt. [N F, 34a; N 4A, 27c; monogr.] II-9
voetzool zool: zool (Paal) hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)] III-1-1
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Paal) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2
vogel, algemeen gevogelte: geveugelte (Paal), vogel (mv.): vogels (Paal) gevogelte [ZND 35 (1941)] III-4-1
vogelmuur moer: mou̯ǝr (Paal) Stellaria media L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en braakliggende gronden met kleine donkere zaadjes en groene blaadjes. Het groeit laag boven de grond in samenhangende trossen en bloeit van februari tot november met kleine witte bloempjes. Kippen (en kanaries) eten het graag en sommige benamingen wijzen ook hierop. De lengte varieert van 10 tot 40 cm. Het is bekender onder de oude naam muur. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1a, 1b, 2c; A 60A, 59; monogr.] I-5