20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepensejeneert (K357p Paal),
gepensjonneert (K357p Paal)
|
gepensionneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gərøͅmtə (K357p Paal)
|
een geraamte [ZND B1 (1940sq)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
gereed:
gəriət (K357p Paal),
vaardig:
veərəx (K357p Paal, ...
K357p Paal)
|
gereed (vaardig): het eten is gereed [ZND B2 (1940sq)] || gereed: zijt ge gereed met uw werk ? [ZND B2 (1940sq)]
III-1-4
|
19091 |
gerieflijk |
gemakkelijk:
ui = eenklank
ə gemɛkkelok huis (K357p Paal),
gerieflijk:
⁄n gerieflijk huis (K357p Paal),
handig:
⁄n hennig huis (K357p Paal)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
32979 |
gerst |
gerst:
gęrst (K357p Paal),
gɛst (K357p Paal)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21100 |
gerstebier |
gerstebier:
gestebier (K357p Paal)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
18312 |
geruite jurk |
geruiterd kleed:
gəraotərt klieəd (K357p Paal),
gəRaotəRt klī-jət (K357p Paal)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21595 |
geschiedenis |
geschiedenisje:
n geschiedeneske vertɛllen (K357p Paal),
historietje:
n historike vertellen (K357p Paal)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
34063 |
geslachtsrijpe koe |
vaars:
vē̜i̯ǝs (K357p Paal)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
34472 |
gesneden haan |
gesneden haan:
gǝsnēn han (K357p Paal)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|