e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

Gevonden: 4207

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
(geen) waarde (geen) waarde: wêrde (Panningen) waarde (dat heeft geen ~) [SGV (1914)] III-3-1
(met) het hoofd stoten botsen: boetse mĕĕt ziene kôp (Panningen), zich boetse (Panningen), stoten: de kop sjtôête (Panningen), met de kop sjtôête (Panningen) stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)] III-1-2
(met) stevige benen potig: pûûtig (Panningen) benen: met stevige benen [hij is gestapeleerd] [N 10 (1961)] III-1-1
(zich) bukken (zich) bukken: boeke (Panningen), bökke (Panningen), zich boeke (Panningen) bukken, zich bukken [bukke, bokke] [N 10 (1961)] III-1-2
-> [wld iii 2.2] - wld iii, 2.2 !: daupdook (Panningen), daupklĕĕdje (Panningen), daupmötske (Panningen), de rauwtoor (Panningen), de zjwarten toor (Panningen), dook (Panningen), sjlabberlépke (Panningen), zèjverlépke (Panningen) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] || doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopmutsje [N 25 (1964)] || luier [winjel, luur, kindsdoek, psidoek, huik] [N 25 (1964)] || muts met poffer, minder kostbaar of minder uitgedost dan de grote witte muts, die bij rouwgelegenheden wordt gedragen [rouwpoffer] [N 25 (1964)] || slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-1-3
[falie] falie: faalie (Panningen), falie (Panningen) falie [SGV (1914)] || sluierdoek, zwarte ~ die over hoofd en schouders wordt gedragen, gewoonlijk in de rouwtijd [vaol, voeël, falje, falie, slöjer, linao] [N 23 (1964)] III-1-3
[jasje] jas: jas (Panningen) Hoe noemt men het kledingstuk van geheel of gedeeltelijk wollen stof, dat bij kouder weer en in de winter over de, in vraag 5 en 6 genoemde kledingsstukken in het werk wordt gedragen? Het heeft meestal een kraagje en revers (opgeslagen). Het zou in het Ne [DC 14A (1946)] III-1-3
[lijfje] lijfje: betekenis: gebreide borstrok voor vrouwen en kinderen  liefke (Panningen) lijfje, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
[wambuisjas?] jasje: jaeske (Panningen) Hoe noemt men hetzelfde kledingstuk, van katoenen stof vervaardigd? [DC 14A (1946)] III-1-3
aalmoes aalmoes: almoos (Panningen) aalmoes [SGV (1914)] III-3-1