23206 |
geloof |
geloof:
gelauf (L290p Panningen)
|
geloof [SGV (1914)]
III-3-3
|
23320 |
gelooven |
geloven:
gluive (L290p Panningen)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
ene over de sokken laten (gaan):
enne sjeet oover de zök (L290p Panningen)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1961)]
III-1-1
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemekkelik (L290p Panningen),
gemèkkelik (L290p Panningen),
gəmékkələk (L290p Panningen),
op zijn gemak:
op sən gəmaak (L290p Panningen),
op zie gemaak (L290p Panningen)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
25526 |
gemalen, niet gezuiverd graan |
ongebuild:
ongǝbȳlt (L290p Panningen)
|
De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a]
II-1
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L290p Panningen),
onnut:
= nietsnut
onnut (L290p Panningen)
|
gemeen [SGV (1914)] || smerig, slecht, gemeen: Kent of kende men in uw dialect een woord onnut, ont, oent, onter, ontig, ontieg in de betekenis van ---? Voorbeeldzin? [DC 39 (1965)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeent:
gemintj (L290p Panningen)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
hof:
[hof] (L290p Panningen)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gerĕmt (L290p Panningen),
gerémt (L290p Panningen),
karkas:
karkas (L290p Panningen)
|
geraamte [N 10a (1961)] || geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
klaor (L290p Panningen),
kloar (L290p Panningen),
klor (L290p Panningen)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|