e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loeien van de koe in het algemeen beuken: bø̄kǝ (Panningen), toeten: tūtǝ (Panningen) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loeren loeren: loere (Panningen), loo.re (Panningen) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
long long: long (Panningen), loëng (Panningen), loënge (Panningen), lóng (Panningen) long [SGV (1914)] || long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] || longen [SGV (1914)] III-1-1
longen longen: loŋǝ (Panningen) De longen of de long van het grootvee in het algemeen. [N 28, 88b] I-11
lood inleggen lood aanbrengen: lūǝt˱ ānbreŋǝ (Panningen) Loden loketten in de voegen van het metselwerk aanbrengen. [N 32, 48b] II-9
loodpan, gietlepel loodlepel: luǝtlēpǝl (Panningen), smeltpan: šmeltpan (Panningen) Soort pan of grote scheplepel met schenklip waarin soldeersel of lood gesmolten kan worden. Zie ook afb. 190a. De gietlepel is doorgaans een kleinere uitvoering van de loodpan. Hij wordt gebruikt om lood of soldeersel af te scheppen en te gieten. Vgl. afb. 190b-c. [N 33, 197; N 33, 310-311; N 64, 18a-b] II-11
loodzand grijze: grīzǝ (Panningen) De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17] I-8
loof blader: [verbindingsboogje onder êë ]  blêër (Panningen), loof: lauf (Panningen) bladeren [SGV (1914)] || loof [SGV (1914)] III-4-3
loof van de bieten afplukken bladen: blāǝ (Panningen) Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.] I-5
looi looi: luǝ (Panningen) Looistof. Fijngemalen eikebast of run waarmee men leer bewerkt. [S; L 1a-m] II-10