e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderhemd hemd: e sjōēn hèmd (Panningen), hĕĕĕmd (Panningen), hèmd (Panningen) hemd [SGV (1914)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderjurk onderrok: óngerrok (Panningen) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderkant van een peperkoek vloer: flōr (Panningen) [N 29, 94b] II-1
onderkant van het brood vloer: flōr (Panningen) [N 29, 54b; monogr.] II-1
onderkapper, nietenkapper nietenbeitel: nitǝn˱bęjtǝl (Panningen) Soort beitel waarmee men onder de hoefnagel een kleine uitholling in de hoef maakt, om daarin de omgebogen niet te slaan. Zie ook afb. 233. [N 33, 373; N 33, 380] II-11
ondermuts ondermuts: WLD  óngermöts (Panningen) mutsje, zwarte ~ dat onder de grote witte poffermuts wordt gedragen [ondermuts] [N 26 (1964)] III-1-3
onderoven onderoven: oŋǝrō.vǝ (Panningen, ... ), rijskast: rīskɛ̄st (Panningen) De onderoven als plaats waar de narijs kan plaatsvinden: de informant van L 290 vermeldt dat dit vroeger zo gebeurde, terwijl de informant van L 383 zegt dat in de onderoven de narijs plaatsvindt bij koud weer. [N 29, 39a] || De ruimte beneden in de oven. Deze onder-oven heeft zowel in het bakhuis als in de bakkerij verschillende gebruiksmogelijkheden. De as wordt erin geborgen en eventueel wordt het hout erin gedroogd. Soms functioneert deze ruimte als rijsplaats voor het brood. Aardappelen kunnen erin bewaard worden evenals rapen, wortelen en bieten. Zelfs broedgrage hennen worden erin opgesloten (Weyns 68). De informant van Q 97 vermeldt nog de functie van "weegplaats voor fruit" voor deze onveroven, waarvan de informant uit L 269a zegt dat die zes vierkante meter groot is. Zie afb. 10. [N 29, 5a; N 29, 5b; monogr.] II-1
onderploegen onderdoen: oŋǝrdō.n (Panningen) In dit lemma zijn de benamingen verzameld voor het onder de grond werken van mest bij het ploegen van de zaaivoor en voor het onder- of omploegen van een mislukt gewas of een gewas dat als mest moet dienen, voorzover dat niet gedaan wordt op de ondiepe wijze, bedoeld in het vorige lemma. Termen als akkeren, diep ploegen, diep bouwen en voorgoed omdoen, die niet op het onderploegen van mest als zodanig wijzen, maar op de manier van ploegen waarbij dit gebeurt, zijn opgenomen in het lemma zaaivoren ca. [JG 1a + 1b; JG 2c; N 11, 44; N P, 14] I-1
onderrok onderrok: óngerrok (Panningen) onderrok (niet onderjurk) [sjort, onderschort, sjörket, zjuupke] [N 24 (1964)] III-1-3
onderste band van de schoof votband: vǫt[band] (Panningen) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22a] I-4