e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onpaar omp: ŏëmp (Panningen) onpaar [SGV (1914)] III-3-2
onregelmatig dorsen een ooi met een lammetje (dorsen): ǝn ǫu̯ mēt ǝ lɛmkǝ (Panningen) Nu eens hard en dan weer zacht slaan. In de vraag was de suggestie opgenomen: "kalfkes maken; met een kuuske en een kalfke dorsen". Voor de fonetische documentatie van de uitdrukking slaghouden, zie het lemma ''maat houden bij het dorsen'' (6.1.3). [N 14, 14a] I-4
onregelmatig gesponnen draad lintgaren: lenjtjgā.rǝ (Panningen) Het onregelmatig spinnen van garen veroorzaakte vaak knopen of verdikkingen. Men kreeg dan garen van de minste kwaliteit. [N 34, C6] II-7
onrijp groen: grēūn fruit ête (Panningen) fruit [onrijp ~ eten] [SGV (1914)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: greun (Panningen), onrijp: oënrīēp (Panningen) onrijp [SGV (1914)] I-7
onstuimige lucht wilde lucht: ’n wilj looch(t) (Panningen) onstuimige, woest bewolkte lucht [grellig] [N 22 (1963)] III-4-4
ontbijtkoek, peperkoek peperkoek: pèperkook (Panningen), pééperkoo:k (Panningen) peperkoek [N 29 (1967)] III-2-3
ontbost terrein met een schop omwerken spaden: spājǝ (Panningen) Het ontboste terrein met een schop omwerken om de achtergebleven wortels te verwijderen. [N 27, 10a] I-8
ontginnen goed maken: gōt mākǝ (Panningen) Het in cultuur brengen van woeste grond. [N 27, 5; N 11a, 112; monogr.] I-8
ontlasting hebben afgaan: aafgòòn (Panningen), schijten: sjīēte (Panningen) ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)] III-1-1