e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardsknecht, eerste knecht grote knecht: grōǝtǝ [knecht] (Panningen), paardsknecht: pɛrts[knecht] (Panningen) Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.] I-6
paasavond paasavond: poaschaavend (Panningen) paaschavond [SGV (1914)] III-3-3
pacht? pacht: ps. letterlijk overgenomen.  de pòò.ch(t) (Panningen) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtboer pachtboer: pē̜ ̞xboǝr (Panningen) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: pééchte (Panningen), pē̜ ̞xtǝ (Panningen) [S 27; monogr.]pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] I-6, III-3-1
pad pad: ped (Panningen), pĕd (Panningen) pad [DC 07 (1939)] || pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: pāād, pê (Panningen) pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) paddestoel: pĕddesjtoël (Panningen) paddestoel [SGV (1914)] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf gespoest: gesjpōē:st (Panningen), ongemot: óngemót (Panningen), papperig (dik): papperig (Panningen) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
pak, kostuum pak: pak (Panningen, ... ), ⁄n nèj pak (Panningen) Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3