e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sluier voile (fr.): vôêl (Panningen) sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes [N 25 (1964)] III-1-3
sluik haar pemelen: peemele (Panningen), peemels (Panningen), pī.mels (Panningen), pemelhaar: peemelhaor (Panningen), recht haar: rééchte hòò:r (Panningen), sluik haar: sjlōēk haor (Panningen) recht, sluik haar [N 10 (1961)] III-1-1
sluimeren motsen: moetsje (Panningen), sluimeren: sjlōē.mere (Panningen), sjluumere (Panningen) sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)] III-1-2
sluitbanden vormbanden: vǫrǝmbɛnj (Panningen) De zware, metalen banden die door de kuiper worden gebruikt om het vat te sluiten. De sluitbanden zijn voorlopige banden die uiteindelijk worden vervangen door lichtere, definitieve banden. [N E, 21] II-12
sluiting aan de ovendeur schoude: šǭ (Panningen) Getuige de opgaven komen er verschillende manieren van sluiten voor variërend van heel eenvoudige tot meer technische. Volgens de informant van P 56 wordt er daar simpelweg een stok tegen de ovendeur geplaatst. Volgens de zegspersoon uit L 372 gebeurt dit sluiten met een (kløpǝl) door de boer, terwijl de bakker gebruik maakt van een (sxǫw). [N 29, 2c; N 29, 2a; N 29, 2b] II-1
sluitklep paan: WNT: paan (I), zekere harige stof voor kleederen, fluweel [vgl. Van Dale: (II) paan, pane (<Fr.)]; paan (II), doek of lap van wollen, katoenen of linnen stof, waarmede de negers in Afrika die niet geheel naakt gaan het lichaam omgeven, van het middel tot aan de knieën of iets lager [vgl. Van Dale: (I) paan (<Port. <Lat.)].  pan (Panningen) klep van een broek met sluitklep aan de voorkant [bokseslaag, presenteerblad] [N 23 (1964)] III-1-3
sluitpin onder aan een poortvleugel schoude: šǭ (Panningen) Een poortvleugel kan aan de onderzijde gesloten worden door een korte metalen stang of pin te laten zakken in een gat in de drempel. Aan de bovenzijde is meestal een ring of haak waardoor de stang in de hoogste stand kan blijven hangen aan een pin als de poortvleugel geopend wordt. [N 4A, 47c] I-6
sluitstang boven aan een poortvleugel schoude: šǭ (Panningen) Een poortvleugel kan aan de bovenzijde gesloten worden door een korte metalen stang omhoog te duwen in een gat in het kozijn. De stang heeft aan de onderzijde vaak een handvat dat met de stang gedraaid kan worden achter een pin of in een gleuf om te voorkomen dat de stang zakt. Meestal wordt slechts één van de beide poortvleugels zo gesloten. [N 4A, 47b] I-6
sluitsteen sluitsteen: šlūtštęjn (Panningen) De steen die als laatste in het midden van de segmentboog wordt geplaatst. [N 32, 19d; monogr.] II-9
slurpen slurpen: sjlörpe (Panningen), slurpen (Panningen) je moet niet zo slurpen [DC 35 (1963)] || slorpen [SGV (1914)] III-2-3