e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitstel uitstel vragen: ps. letterlijk overgenomen.  ōētsjtĕĕl vròòge (Panningen) Betekenis en uitspraak van het woord vertijen [werkwoord] i.v.m. betalen van schulden? A.u.b. uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] III-3-1
uitwerpselen schijt: sjīēt (Panningen), stront: sjtrónk(t) (Panningen) uitwerpselen [N 10c (1961)] III-1-1
uitwerpselen van het paard paardskeutelen: pęrskøtǝlǝ (Panningen) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koeflak: kou̯vlaq (Panningen), koeflater: kōwflātǝr (Panningen) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitzeven van de zemelen zeven: zēvǝ (Panningen) Het verwijderen van de fijngemaakte hulzen uit het meel. Een eventueel object "meel" is niet gedocumenteerd [N 29, 13b; monogr.; N 29, 15c add.] II-1
unster ponder: punjer (Panningen), o.a het wegen van hooi en stro, of veldvruchten enz.  punjer (Panningen) unster (balans) [SGV (1914)] || Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
urine pis: pī.s (Panningen, ... ), water: waa.ter (Panningen), zeik: zēj.k (Panningen), zèjk (Panningen), zēi̯k (Panningen), zeiksel: zĕĕksel (Panningen) urine [N 10c (1961)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
urineren pissen: pī.sse (Panningen), pīse (Panningen), wateren: waa.tere (Panningen), zeiken: zèjke (Panningen), zēi̯kǝ (Panningen), (plat).  zēj.ke (Panningen) urineren [N 10c (1961)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
vaalbonte koe vaalbonte: vālbǫŋktǝ (Panningen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaars maal: mǭl (Panningen), rind: renjtj (Panningen), rindje: rēntjǝ (Panningen), vaars: vārs (Panningen) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11