33393 |
varkenstrog |
varkensbak:
vɛrǝkǝs˱bak (L290p Panningen)
|
De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d]
I-6
|
20646 |
varkensvet |
reuzel:
reuzel (L290p Panningen)
|
reuzel [DC 17 (1949)]
III-2-3
|
33396 |
varkenswei |
uitloop:
utlø̜i̯p (L290p Panningen),
varkensren:
vɛrkǝs˱rɛn (L290p Panningen)
|
De met een houten schutting of prikkeldraad omheinde ruimte in de open lucht waar de varkens lopen. Vaak wordt de boomgaard als varkenswei gebruikt. [N 5A, 61a; N 76, 41a; A 10, 9e]
I-6
|
25385 |
vaste bloedmassa |
bloedspons:
blōtšpons (L290p Panningen)
|
In het bloed zit de stof fibrine die het bloed doet stollen. Tijdens het kloppen van het bloed vormt deze stof een vaste, draderige massa om de vingers, het strootje of het houtje. [N 28, 18; monogr.]
II-1
|
18427 |
vaste boord |
kraag:
kraag (L290p Panningen)
|
kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)]
III-1-3
|
25395 |
vaste varkenshuid |
zwaard:
žwārt (L290p Panningen)
|
De huid die op het varken vast bleef zitten. Woordtypen als "zwaard(s)", "zwaars", "zwoord", "zwoors" komen in de betekenis "harde rand van een snede spek" ook nog voor in een ander verband in het woordenboek. [N 28, 30; monogr.]
II-1
|
33363 |
vaste voer- en drinkbak |
koebak:
kǫu̯bak (L290p Panningen),
krib:
krøp (L290p Panningen),
voerbak:
vōrbak (L290p Panningen)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vasteloavend (L290p Panningen)
|
Vastenavond [SGV (1914)]
III-3-2
|
23332 |
vastendag |
vastendag:
vōāstendāāg (L290p Panningen)
|
vastendag [SGV (1914)]
III-3-3
|
23331 |
vastentijd |
vasten:
vōāste (L290p Panningen)
|
vasten [SGV (1914)]
III-3-3
|