e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Panningen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wbd: afzeggen ongedaan maken: ps. letterlijk overgenomen.  ongedòò.n maake (Panningen) ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: in trek vlot: flot (Panningen), willig zijn: willig (Panningen) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten rouwkoop (zn.): ps. letterlijk overgenomen.  rau.wkau.p (Panningen) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor laten: ich zal ze dich lòòte vör ... (Panningen) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weduwe widvrouw: widfrouw (Panningen) weduwe [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widman (Panningen) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtōōf (Panningen) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weegtoestel wegeschaal: wē̜.gǝšǭl (Panningen) Het weegtoestel waarmee het deeg na het verdelen wordt gewogen. Vroeger gebruikte men wel een hangende balans, volgens de informant van L 377, maar deze moest verdwijnen, omdat ze niet geijkt kon worden. Zie afb. 19. [N 29, 33a; N 29, 32b; monogr.; N 29, 105e] II-1
weegtoestel voor ijzer balans: balans (Panningen) In dit lemma zijn de antwoorden bijeengeplaatst op vraag N 33, 208: "De weegschaal die gebruikt wordt om zwaar ijzerwerk te wegen." De benamingen in het lemma duiden verschillende weegtoestellen aan. De woordtypen bascule, pondel en unsel zijn specifiek van toepassing op een weegwerktuig met ongelijke armen, waarmee men, door met een klein gewicht aan de lange arm heen en weer te schuiven, een grote last, die aan de korte arm hangt, kan wegen. [N 33, 208] II-11
week in de muil week in de muil: wɛi̯k en dǝ mul (Panningen) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9