23461 |
hamer van de klepklok |
klephamer:
klephamer (L355p Peer)
|
De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21449 |
handelaar |
commerant (fr.):
ne klehne commerciant (L355p Peer)
|
Noem het (dialect)woord voor: een kleine zelfstandige? [middenstander] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
17661 |
handen (kindernamen) |
kinderpolletjes:
B.v. malse zeiver goed gevormde kinderpollekes das fijn.
kinderpollekes (L355p Peer)
|
Kinderwoorden voor de handen [N 109 (2001)]
III-1-1
|
17660 |
handen (spotnamen) |
handen lijk een schop:
haahn lijk `n schup (L355p Peer),
klauwen:
klauwen (L355p Peer)
|
Spotbenamingen voor de handen [N 109 (2001)]
III-1-1
|
34566 |
handkar |
stootkar:
stuǝtkār (L355p Peer)
|
Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.]
I-13
|
17662 |
handpalm |
handpalm:
B.v. t plat vanne hand is den handpalm.
handpalm (L355p Peer)
|
Palm van de hand (binnenste van de hand, plat van de hand). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
18256 |
handschoen |
haas:
e paar haasen (L355p Peer),
e paar hase (L355p Peer),
en haas (L355p Peer),
en pār hāsen (L355p Peer),
haa.es (L355p Peer),
has (L355p Peer),
hās - ə pār hāssən (L355p Peer)
|
een paar handschoenen [ZND 35 (1941)] || handschoen [ZND 35 (1941)] || handschoen - een paar handschoenen [ZND 01u (1924)]
III-1-3
|
33314 |
handvat van de sikkel |
handvat:
hant˲vat (L355p Peer)
|
Korte houten gedeelte waaraan het mes bevestigd is. Hiermee hield men de sikkel vast. [N 18, 79a; monogr.]
I-5
|
32872 |
handvatten |
krukken:
krøk (L355p Peer)
|
Beide handvatten van de steel van de zeis te zamen genomen. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichtingen bij de lemma''s ''steel van de zeis'', ''bovenste handvat'' en ''onderste handvat''. De opgaven moeten worden gelezen als meervouden of collectiva. [N 18, 67 b en c add.; JG 2c; A 14, 5; L 45, 5]
I-3
|
31701 |
handvatten van de trekzaag |
handvatten:
hant˲vatǝ (L355p Peer)
|
De twee in het verlengde van het zaagblad van de trekzaag bevestigde handvatten. [N 18, 128a; N 50, 17b]
II-12
|