e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffie koffie: koffie (Peer), zjat koffie (Peer) (koffie) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] || kopje koffie [ZND 45 (1946)] III-2-3
koffiedik koffiedras: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  koͅffijdras (Peer) koffiedik [ZND 01u (1924)] III-2-3
koffiepot koffiekan: koͅfikan (Peer, ... ) kan met steel, van boven smal toelopend, gebruikt om koffie te zetten [N 20 (zj)] || pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koken (intr.) koken: kōkən (Peer), kóókə (Peer) koken [RND], [ZND 04 (1924)] III-2-3
kol hart: hart (Peer) Witte vlek op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 135b] I-11
kolengruis gruis: greis (Peer) gruis van kolen [ZND 35 (1941)] III-2-1
kolenschop schoep: sxop (Peer) kolenschop, brede schep waarmee men kolen langs het keldergat naar binnen doet [ZND 42 (1943)] III-2-1
kolonel kolonel: kolenel (Peer), kolonel (Peer) Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kom bots: boͅts (Peer, ... ), kom: koͅm (Peer, ... ) een kom, twee kommen (rond en diep) [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-2-1
komen komen: komen (Peer), kōmə (Peer) komen [RND], [ZND 46 (1946)] III-1-2