e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
komkommer komkommer: komkommer (Peer) [ZND 41 (1943)] I-7
konijn konijn: kneͅi.n (Peer), knij:n (Peer), kəneͅi.n (Peer), ook ondergebracht mat. van ZND01, u-130  kənijn (Peer), pl.  kəneͅin (Peer) konijn [ZND 01 (1922)], [ZND 42 (1943)] || konijn(tje) [Goossens 1b (1960)] III-2-1
koning koning: kening (Peer), ko.niŋ (Peer), kēneŋ (Peer) De zware staande as die bij de Hollandse molen de drijfkracht van de roeden overbrengt vanaf het aswiel via wieg of bovenbonkelaar en spoorwiel naar de rondsels van de staakijzers. Zie ook afb. 64.23. [N O, 50d; Sche 40; monogr.; A 42A, 14] || koning [RND], [ZND 28 (1938)] II-3, III-3-1
koning en vrouw van een kleur in een hand bruid: de bruid (Peer), grote bruid: heer en dame = groote bruid  groote bruid (Peer), heer en vrouw: ich hem den hiër en de vree van harte bei-ien (Peer) Ik heb den heer en de vrouw van harten samen (bij het kaartspel). [ZND 40 (1942)] III-3-2
koning in het kaartspel heer: hier (Peer), hièr (Peer), hiër (Peer) Koning: Hoe heet schoppen heer of schoppen koning (in een kaartspel)? [ZND 42 (1943)] III-3-2
koningin moeder: moj.ǝr (Peer) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
koningin des hemels angelusgebed: angelusgebed (Peer) Het "Koningin des hemels"of "Regina caeli", het Angelus-gebed in de Paastijd. [N 96B (1989)] III-3-3
kookkachel, fornuis cuisinière (fr.): cuisinière (Peer), kwisinjēͅrə (Peer) de vierkante kookkachel, met twee of vier ovens van voren [ZND 23 (1937)] III-2-1
kookpot kasserol: vr. om te koken  kə⁄stoͅl (Peer), pappot: ook: pàp#t  pappoͅt (Peer) pot, metalen ~; inventarisatie benamingen (tutpot, pappot, trekpot, braajpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
kool, algemeen: een krop kool kabotskool: keboutskiel (Peer) krop kool, volwassen koolplant [Goossens 2c (1963)] I-7