e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krant gazet (<fr.): gəzeͅt (Peer) krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
kreeft kreeft: kreeft (Peer) kreeft [Willems (1885)] III-2-3
krekel krekel: krikel (Peer) krekel [Willems (1885)] III-4-2
krentenbaard zweren op achterste: zweren op achterste (Peer) Uitslag, zweren op het achterwerk (blikaars, blikgat, blekker, blik). [N 107 (2001)] III-1-2
krentenbol krentenbroodje: Syst. Frings  krɛntəbrikə (Peer) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: over 50 jaar"(mar.: wat wordt hiermee bedoeld?)  krintenmik (Peer), Syst. Frings  krɛntəmek (Peer), verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  krintenmik (Peer) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || krentenbrood [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreukel kreukel: kreukels (Peer) Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] III-1-3
kreukelen bobbelen: t klie-ed bobbelt zich (Peer), zich trekken: t klie-ed trekt zich (Peer) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] III-1-3
kribbebijter kribbebijter: krebǝbęi̯.tǝr (Peer) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krielkip sierhennetje: sīrhenǝkǝ (Peer) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12