26538 |
lichtboom |
lichtbalk:
lichtbalk (L355p Peer)
|
De hefboom waaraan aan één uiteinde het lichttouw is bevestigd; met het andere uiteinde is de lichtboom aan het lichtijzer vastgemaakt. Zie ook afb. 85. [N O, 23e; A 42 A , 27; Vds 111; Jan 145; N D, 22]
II-3
|
26693 |
lichtboom van de handmolen |
hefboom:
hęf˱būm (L355p Peer)
|
Het onder de pasbrug geplaatste balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waarmee de pasbrug op en neer kan worden bewogen. [N D, 22]
II-3
|
25239 |
lichte nevel |
domp:
doem
dūm (L355p Peer)
|
lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
26526 |
lichten |
aflichten:
aflextǝ (L355p Peer),
bijhouden:
be̜jhāwǝ (L355p Peer),
lichten:
lichten (L355p Peer),
oplichten:
ǫplextǝ (L355p Peer)
|
De molenstenen met behulp van de licht dichter bij elkaar of verder van elkaar brengen. Van een aantal opgaven is het onduidelijk of ze intransitief gebruikt worden dan wel een bepaalde term tot object hebben. Voor zover door de respondenten opgegeven, is in het woordtype het object tussen ronde haken vermeld. Het lemma is onderverdeeld in drie groepen. Het materiaal dat onder a) bijeen is geplaatst, bevat algemene benamingen voor lichten. In b) en c) zijn specifieke benamingen voor respectievelijk het verder uit elkaar brengen en het dichter bijeenbrengen van de molenstenen geplaatst. [N O, 23n; N O, 23o; Vds 107; Vds 108; Jan 140; Jan 149; Jan 150; Coe 121; Coe 122; Coe 123; Grof 143; Grof 144]
II-3
|
19353 |
lichtgeraakt, kregel |
kregel:
ook materiaal znd 28, 49
krègel (L355p Peer)
|
kregel [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
26539 |
lichttouw, lichtkoord |
licht:
licht (L355p Peer)
|
Het touw, de riem of de ketting waarmee de licht in werking wordt gesteld. Zie ook afb. 85. [N O, 23f; A 42A, 28; Vds 112; Jan 146; Coe 130; N D, 33 add.]
II-3
|
21473 |
lid van een vereniging |
lid:
lid (L355p Peer, ...
L355p Peer)
|
Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17656 |
lidmaat, ledematen |
armen en benen:
B.v. wat `n ehren en wat `n biehjen.
ehrem en biehjen (L355p Peer)
|
Ledematen (leden, armen en benen). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
lied:
e lied (L355p Peer),
e liit (L355p Peer),
liedje:
e lieke (L355p Peer),
e liike (L355p Peer),
lieke (L355p Peer),
likə (L355p Peer),
altijd verkleinwoord
lieke (L355p Peer)
|
Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || lied [GTRP (1980-1995)] || Lied. [Willems (1885)] || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND]
III-3-2
|
22696 |
liederen (mv.) |
liedjes:
liekes (L355p Peer)
|
Lied. [Willems (1885)]
III-3-2
|